Inleiding van mijn boek: deel 2
- Monique Crooij
- 7 apr
- 4 minuten om te lezen

Ik ben een boek aan het schrijven. Voor jou, lieve moeder! In vijf blogs deel ik de eerste versie van een gedeelte van de Inleiding met je. Ik hoop dat je er op 'aan' gaat en geïnspireerd raakt om goed voor jezelf te zorgen. Op alle lagen. Ik ben benieuw of je het boek zou kopen. En als je wensen hebt waarover je zou willen lezen, let me know!
De eetstoornis als spiegel
Ik kon de klok erop gelijk zetten. Elke dag rond 11.00 uur kwam mijn dochter hevig geëmotioneerd beneden. Ze wilde dood, ze kon niet meer verder, er was geen hoop voor haar. Ze was elke dag opnieuw als ze wakker werd helemaal ontregeld. Ze stortte al haar emoties tijdens een heftige huilbui bij mij uit.
Maar, je kon de klok ook gelijk zetten op mijn reactie; ik ging acuut en vol automatisch in de hulpverlenersstand. Actief luisteren, emoties opvangen, begrip tonen, als ze rustiger werd haar denken de positieve kant op begeleiden. Hoop en vertrouwen naar binnen pompen. Als je me had zien zitten zag je een vrouw die kei en keihard aan het werk was. En als je diep bij me naar binnen had kunnen kijken, zag je een radeloze vrouw die bezig was haar eigen emoties te reguleren door haar dochter te fixen.
Want wat leverde mijn gedrag concreet op als het ging om herstellen van de eetstoornis? Niets. Het leverde op dat ze gereguleerd aan haar dag kon beginnen. Een dag die bestond uit niet eten, blowen, vrienden zien, series bingen en te laat naar bed gaan. Om vervolgens ontregeld wakker te worden, en van voren af aan beginnen. Wat het haar dus opleverde was dat ik haar elke dag van de nadelige effecten van het niet-eten en het blowen afhielp.
Maar wat in het kader van dit boek veel interessanter is, is wat het mij opleverde. Mijn gedrag gaf me het gevoel dat ik er voor haar was, dat ik haar hielp, dat ik er in ieder geval iets aan deed. Het gaf me ook het gevoel dat ik in verbinding met haar bleef, dat we een hechte band hadden. Het gaf me een gevoel van controle, van grip, in een situatie waarin ik me deep down volslagen machteloos voelde.
Zij gebruikte de eetstoornis om grip te houden op de angst en de chaos van binnen. Ik gebruikte de hulpverlenersstand om exact dezelfde reden.
Gaandeweg het proces dat je met behulp van dit boek aangaat zul je merken dat wij en onze kinderen niet veel van elkaar verschillen in onze worsteling. In eerste instantie lijkt de eetstoornis misschien de grote boosdoener die verslagen moet worden, maar als we verder kijken zien we dat het veel gelaagder is dan dat.
Zoals een eetstoornis niet over eten gaat. Zo gaat het probleem van ons kind niet alleen over ons kind. Alles is met elkaar verbonden. De eetstoornis staat niet op zichzelf en ons kind met haar probleem ook niet. Een eetstoornis treft het hele gezin en we hebben hierin allemaal onze eigen weg in te gaan. We komen onszelf onvermijdelijk tegen. Onze eigen patronen in het omgaan met tegenslag en in het dealen met gevoelens kloppen keihard op de deur.
Natuurlijk hebben we een verantwoordelijkheid als moeder. We zullen alles doen dat nodig is om bij te dragen aan het herstel van ons kind. Maar als we eerlijk in de spiegel kijken doen we misschien ook wel dingen die niet nodig zijn, of die zelfs averechts werken. We houden onszelf voor dat we het voor haar doen. Maar we doen het voor onszelf. Want als we het niet doen, het controleren, de emoties opvangen, het eindeloos begrijpen, het dwingen, dreigen of fixen, worden we onbeschrijfelijk bang, verdrietig of boos. Als we het niet doen, komen we in contact met onze eigen moeilijke gevoelens. In plaats van onze eigen moeilijke gevoelens te dragen en te verdragen, richten we onze tijd, aandacht en energie liever op ons kind. Logisch!
Geen mens zoekt van nature vrijwillig de pijn op.
Net als zij al haar tijd, aandacht en energie aan eten of niet-eten geeft om niet te hoeven voelen. Zo zijn wij 24/7 met haar bezig. Letterlijk, met bijvoorbeeld de eetmomenten die urenlang lijken te duren, en figuurlijk in onze gedachtewereld die na verloop van tijd behoorlijk obsessief kan worden.
Ons kind zal moeten leren dealen met haar rauwe gevoelens, haar angsten, haar pijn. Maar wij ook! Zo moeilijk als zij het vindt om meer te gaan eten en dat te verdragen, zo moeilijk is het voor ons om haar proces bij haar te laten en in de eerste plaats voor onszelf te gaan zorgen.
Ik moet vaak denken aan een uitspraak van Dr. Phil:
If you love your child, you have to take care of her mother because she is most important.
On kind staat voor een enorme uitdaging en wij ook. Namelijk de uitdaging om zelfzorg een prioriteit te maken. Te zorgen dat we zelf gereguleerd zijn, rustig zijn van binnen, vertrouwen en hoop voelen, flexibel kunnen reageren. En, het allerbelangrijkst, dat we gezond blijven. Fysiek en mentaal.
Dus als je merkt dat je de “zelfzorg-kantjes” ervan af loopt, excuses bedenkt om niet dat uurtje voor jezelf te nemen, voor jezelf te kiezen. Kijk dan naar je kind. Van haar hoop en verwacht je ook dat ze die enorm moeilijke stappen zet. Laat je erdoor inspireren. En wees tegelijkertijd het levende voorbeeld van hoe je van jezelf kunt leren houden, voor jezelf kunt leren kiezen en voor jezelf kunt leren zorgen.
Als jij gevuld bent met energie, ruimte, aandacht, zorg, compassie, liefde, vertrouwen, hoop, dan heb je veel meer te geven dan wanneer je je helemaal leeg en uitgewoond voelt, en je van voren niet meer weet dat je van achteren bestaat.
Comments